Samarkand: Een warm ontvangst

In Samarkand verbleven we in een gezellig en authentiek aandoend gasthuis bij een familie. Op de binnenplaats stond een groot houten meubel met allemaal kleurige versierde kussentjes en een laag tafeltje in het midden waar je omheen kunt zitten/liggen/hangen. Zulk meubilair tref je eigenlijk overal in Oezbekistan aan. Hier konden we lekker lezen en proberen woorden uit te wisselen met de kinderen van het gezin (het zoontje spreekt al een aardig woordje engels). Hier kregen we ook thee (chai) en overheerlijke watermeloen (zoet, sappig en boordevol smaak) bij aankomst van onze gastheer. De meloenen in Oezbekistan zijn een beetje een nationaal symbool, en je krijgt er minstens twee soorten meloen bij het ontbijt, bij de lunch, en bij het avondeten. Ik denk dat ik dat wel heel erg ga missen.

We waren vanuit Tashkent met de hogesnelheidstrein in twee uurtjes naar Samarkand gereisd vanaf het imponerende treinstation in Tashkent (de grootste gevel van een treinstation die ik ooit gezien heb). Een kleine hapering onderweg toen we dachten dat de metro dicht was, teruggelopen zijn naar het hotel, bleek dat we een andere ingang moesten hebben. Uiteindelijk maar met Yandex een taxi besteld om nog op tijd bij te trein te zijn. Eenmaal aangekomen gingen we uit lunchen bij een lokaal restaurantje voor wat schi (soep) en lagman (noedel soep).

De volgende dag begon al goed met een uitgebreid ontbijt bereid door onze gastvrouw: aardappelpuree, gebakken ui, biefstuk, abrikozen, druiven, meloen (niet te vergeten), brood, worst, kaas.. We konden dus wel weer even vooruit! Daarna begonnen we aan een stadswandeling langs de mooiste moskeeën, madrassa’s en mausoleums. Wat me vooral bij zal blijven is het weergaloze tegelwerk in het zo typerende blauw in combinatie met de elegante architectuur en overdadig versierde deuren, plafonds en minaretten. Zo mooi om te zien!

In de namiddag wilden we naar Registan, ‘de parel van Centraal-Azië’, maar helaas was deze gesloten voor een festival (een soort van Aziatische songfestival maar dan met traditionele muziek en het duurt wel een week). Na het zien van onze beteurde blikken stelde de toeristen-politie agent voor dat we naar het festival konden komen (ook al hadden we geen uitnodiging) als we om zeven uur bij de ingang zouden zijn. Maar toen het eenmaal zeven uur was, bleek dat de weg was afgezet door de gewone politie waardoor we niet meer bij de achteringang konden komen. De moed zonk ons in de schoenen, maar we gingen tegen beter weten in toch een poging doen bij de hoofdingang van het festival. We kwamen bij een hek waar mensen met uitnodigingen voor het festival de toegang geweigerd werd door de politie. Wij werden er snel uitgepikt door de toeristenpolitie. Ze wilden ons graag binnenlaten tot het journalistenvak van het festival, omdat ze willen laten zien dat toeristen meer dan welkom zijn in Oezbekistan! Na wat gedoe, gebel over en weer, lukte het ze om ons langs de lokale mensen het festival binnensmokkelen. Zo kwamen we dan eindelijk toch nog bij de Registan.

Toen we binnenliepen viel onze mond open van verbazing en bewondering. Het was prachtig! Overal glimmende en glinsterende tegels, extra benadrukt door fantastische verlichting in prachtige kleuren. We denken dat dit misschien wel het allermooiste podium op aarde is! Er werd een grote show neergezet met prijzen voor de beste acts en wel honderd danseressen in de mooiste jurken. Kortom: een avond om nooit meer te vergeten. Na afloop vroegen we de toeristenpolitie naar de beste looproute naar ons gasthuis. De gratis bus in die richting was al vertrokken, dus besloot de agente speciaal voor ons een supermooie superdeluxe auto aan te houden om ons rechtstreeks te brengen. Verbluft, verwonderd, en voldaan keerden we terug naar onze kamer.