Sucre: Chillen en klimmen

Terwijl ik deze blogpost typ zit ik in de bus naar La Paz voor hopelijk de laatste paar uurtjes. We zitten nu al meer dan 24 uur in de bus vanwege een wegblokkade in een of ander gat tussen Sucre en Potosi. De demonstranten wilden onder andere beter onderwijs voor kinderen, een doel waar ik volledig achtersta. Ik heb er namelijk erg veel moeite mee om de kinderen hier te zien werken en bedelen op straat vanaf dat ze 6 jaar oud zijn. Maar na niks opgeschoten te zijn na 12 uur wachten kon ik me toch niet zo betrokken meer voelen bij hun zaak. De mensen die gedupeerd worden door de blokkade kunnen namelijk helemaal niks voor deze mensen betekenen. We leven nu al een dag op koekjes en ik hoop dat we snel in La Paz arriveren zodat we nog ergens een restaurant kunnen vinden. Ondertussen kan ik een impressie proberen te geven van onze tijd in Sucre.

Sucre, de witte stad,  is een heerlijk rustige stad die er prachtig uitziet en waar je zo lang mogelijk wilt blijven. Althans dat was onze ervaring. In het begin was het een stad waar we even konden bijkomen van het rondreizen. We konden mooie kamers nemen, lekker uit eten gaan en elke avond de stad in om bekenden te ontmoeten en gezellig te drinken. Onze stamkroeg was al snel gevormd in Joyride, wat de belangrijkste ontmoetingsplek voor gringo’s is. Ik werd bovendien erg blij toen ik Hollandse kroketten op het menu zag staan!

Dit was ook de perfecte stad om mijn verjaardag te vieren. Kay had de hele dag voor mij gepland. De dag voor mijn verjaardag zijn we naar een modern museum van Boliviaanse schilders gegaan, vooral Mamani Mamani vond ik erg goed. Helaas moesten we vanwege een of ander protest het museum wat eerder verlaten dan gepland. Die avond hebben we in een viersterrenhotel geslapen op een centrale locatie en konden we ons onderdompelen in luxe. Maar pas nadat we mijn verjaardag in Cafe Amsterdam hadden gevierd. Eerst lekker pannenkoeken met kaas en appel gegeten en daarna was er een live optreden. Om 12 uur ging de zanger een liedje voor me zingen en moest ik een tequila sunrise opdrinken. In Amsterdam nog weer nieuwe mensen ontmoet, die we later ook weer vele malen tegen zouden komen. Al met al een geslaagde avond.

Op mijn verjaardag zelf was het de bedoeling om naar het folkloremuseum te gaan. Helaas was ik ziek dus hebben we dit een andere dag gedaan. Het was heel jammer dat we hier geen foto’s mochten maken van de maskers en kostuums die in de traditionele optochten worden gebruikt. Vooral de zaal met diablos en tios en lucifers was nogal luguber, maar ook ontzettend interessant. Terwijl we daar waren kwam er nog een hele schoolklas naar het museum met allemaal kleine kindjes die het maar interessant vonden, niet de maskers, maar die twee reusachtige nederlanders…

Omdat ik jarig was had ik ook een verwendagje in een schoonheidssalon gekregen. Voor minder dan 20 euro kon ik een manicure, pedicure, knipbeurt, lakbeurt en wenkbrauwenbehandeling krijgen. Het was echt heerlijk om eens zo verwend te worden.  Bovendien had ik op de wekelijkse markt in Tarabuco, een markt met artisanias in een dorpje verderop, twee nieuwe tassen en een nieuwe trui uit mogen zoeken. Dus ik ging helemaal nieuw en fris over straat!

Toen het tijd werd om ons luxe hotel te verlaten, waren we nog niet helemaal klaar om terug te keren naar hostels, dus hebben we het slechts verruild voor een goedkoper hotel. Hier konden we ons ritme van uitslapen, rondlopen door de stad, uit eten gaan, mensen ontmoeten en daarna partyen lekker voortzetten. Op zondag en maandag is er niet zoveel te beleven in de stad op een avond belanden we daardoor uit pure wanhoop in een karaokebar met onder andere Erica en Murreian van onze Salar tour en Will die we in Bariloche hadden ontmoet. Gelukkig konden we tussen alle spaanstalige nummers nog ergens Bohemian Rhapsody van Queen vinden, dat we met z’n allen hebben meegeblerd. Maar aan alle goede dingen komt een einde, uiteindelijk komt toch de onrust opzetten en heb je weer zin om dingen te ondernemen.

Op een dag zijn we met een groepje uit ons hostel, Graham, Nathalie en Yasmin, naar de zeven watervallen gegaan. Het avontuur begon met het vinden van een taxi die ons ernaartoe wilde brengen. Uiteindelijk de meest gammele taxi aangehouden die denkbaar is, de positie van het stuur was zelfs veranderd (oorspronkelijk een engelse auto). Na een korte hike en een beetje klauteren kwamen we bij de eerste tweede en derde waterval aan. Bij de derde zijn we na een duik in het helderblauwe water wat gaan chillen op de omgevende witte rotsen. Kay en Graham zijn nog verder omhooggegaan om de vierde waterval te bekiijken. Het was niet mogelijk de vijfde te bereiken zonder erg gevaarlijke stunts uit te halen.

Op een gegeven moment was het de bedoeling dat Kay van een vijf meter hoge rots zou afspringen. Om een lang verhaal kort te maken. We hebben zo een 10 minuten met de camera gereed moeten staan, omdat Kay het toch wel ‘erg hoog vond’. Daarna een uurtje teruglopen naar het dorpje, langs stieren, schapen, kippen en wat al niet meer om vandaaruit de bus terug naar Sucre te nemen. Op de markt waar we langsreden kon je kuikentjes voor 1 boliviano (10 cent) kopen, zo schattig! Maar uiteraard niet handig voor een backpacker.

Maar Bolivia heeft ook duisterdere kanten. Zo hebben we de film El Minero del Diablo, The Devils Miner, gezien over de mijnen die we in Potosi hebben bezocht. De documentaire gaat over een 14 jarig jochie dat sinds zijn tiende verantwoordelijk is om zijn moeder en broers en zussen te onderhouden door in de mijn te werken. Een ander moment dat me erg raakte was toen er een jongetje van ongeveer 6 jaar 5 minuten lang bij ons kwam bedelen om geld. Het is niet goed om geld te geven omdat ze betere manieren moeten vinden om te overleven want anders komt er hoe dan ook niks van die kinderen terecht. Maar een uur of 8 later, op kinderdag nogwel, stond het jongetje nog steeds te bedelen. De meiden in de groep waren allemaal erg ontroerd, de jongens waren harder en gingen voor het jongetje staan. Waarop een van de meisjes zei: is he gone, i dont want to see it anymore. Kay en ik hadden daarna niet zoveel zin om naar een club te gaan.

Op onze laatste dag zijn we op verzoek van Kay gaan wandklimmen op een steile rotswand in de natuur. Vooral ik vond dit heel erg spannend. Maar uiteindelijk ben ik toch twee keer naar boven geklommen en naar beneden geabseild. Vooral de eerste keer had ik zoiets van ik ben niet gemaakt om op dit soort muren te klimmen. Mensen horen met hun benen op de grond. Maar de tweede keer vond ik het al een stuk leuker.

Kay heeft nog een poging gedaan een stuk wand van een hoger niveau te beklimmen, maar dit bleek toch wel heel erg lastig te zijn, omdat je nergens echt grip krijgt op de muur als je niet bekend met de verschillende klimtechnieken. Onze gids was ook ontzettend leuk en ik heb nog gezellig met hem kunnen babbelen terwijl Kay voor de vijfde keer naar boven ging. Na het klimmen moesten we ons klaarmaken voor de busrit naar La Paz, die slechts 12 uur zou duren, maar die nu, na 27 uur, nog steeds niet is gearriveerd.