Minsk: een stukje Wit-Rusland om mee te beginnen

Privjet – Привет! We hebben onze vlucht naar Minsk bijna gemist vanaf Schiphol. Door de drukte was er een chaotisch toestand ontstaan waarbij de incheckrij in vertrekhal 2 doorliep tot ver in vertrekhal 3. Als gevolg was het volslagen onduidelijk waar we moesten zijn en waarvoor we precies in de rij stonden. Het drama werd compleet door paniekerige mensen, huilende mensen, en schreeuwerige Amerikanen die van streek waren dat mensen voordrongen. Na de nodige stress, lukte het ons om op het nippertje de vlucht toch te halen. Tijdens de soepele vlucht met simpele lunch kwamen we weer lekker tot rust en lieten we onze oren alvast wennen aan het Russisch. Na de paspoort-controle (sinds kort hebben EU-burgers geen visum meer nodig) konden we Wit-Russische roebels pinnen en toen met de bus voor 4 roebel naar het centrum in een klein uurtje. Door de poorten van Minsk en langs de brede boulevards met forse gebouwen liepen we naar ons hotel (de grote baggage was lekker op het vliegveld achtergebleven).

We verbleven in Garni hotel. Dit is een mooi klassiek hotel, met een donkerhouten receptie, houtsnijwerken, hoge plafonds, en enigszins versleten. Wij vonden het wel charmant en we hebben hier heerlijk gedouched, geslapen en ontbeten. Voor het avondeten zijn we naar Kuhmistr (Duits voor meesterchef) gegaan. Hier brengen ze de geschiedenis van Wit-Rusland tot leven via de menukaart die bestaat uit Poolse, Litouwse, Hongaarse, Russische en Joodse gerechten. We combineerden een koel biertje met zeppelins (dumpling van aardappel gevuld met gehakt, lijkt op het Noorse Kroppkakor) met een dillesaus en een beef medaillon met een aardappelpasteitje. Als afsluiter kozen we voor de cheesecake die naar verluidt, door joden uit Minsk naar Amerika is gebracht.

In de middag en ook de volgende ochtend hebben we een stadswandeling gemaakt. In de avond konden we de mystieke klinkende mantras en koren van de Russische orthodoxe kerk horen, terwijl we over een leuk parkje keken. Even verderop waren er een stel getalenteerde straatmuzikanten die populaire Russische liedjes aan het spelen en zingen waren. Het straatbeeld werd verder bepaald door brede wegen, imposante monumenten, en gedecoreerde gevels. De volgende dag liepen we langs het indrukwekkende standbeeld van Lenin (is reusachtig!) en een rode kerk (letterlijk een kerk die rood is), en verschillede voorbeelden van Soviet-tijd architectuur.

De reis terug naar het vliegveld verliep vlekkeloos. Op het vliegveld spendeerden we onze laatste roebels en toen was het wachten op onze vlucht. Een aantal opmerkelijke zaken:
1. De mensen in Wit-Rusland (in ieder geval in Minsk) ogen erg rustig. Iedereen praat zowat op fluistertoon met elkaar en tijdens het eten wordt er al helemaal bijna niets gezegd. Ik hoop dat ze ons niet te luidruchtig vonden!
2. Belavia en Uzbekistan Airwas geven passagiers gratis te drinken, te eten, voldoende beenruimte, en een ruime hoeveelheid baggage. Ik mis de luchtvaartmaatschappijen van vroeger, toen service nog belangrijk was..
3. Een automaat met blikjes kaviaar op het vliegveld? Ik snap er niks van.